ICT-infrastructuur maakt van Nederland een sterk handels- én maakland

 

01-04-2014

 

Nederland mag dan aan innovatievermogen hebben ingeboet, getuige het feit dat ons land op de recente Innovation Union Scoreboard 2014 van de EU van plaats vijf naar zes gezakt is, een handelsland zijn we nog steeds. Of beter, ons handelsvermogen neemt steeds verder toe:  op de Enabling Trade Index 2014 van het World Economic Forum (WEF) is Nederland gestegen van de tiende plaats (in 2010) via de zevende plaats (2012) naar de derde plaats. Dat dankzij onder andere een sterke ICT-infrastructuur die ook van groot belang is in het kader van Industrie 4.0.

Het Global Enabling Trade Report 2014, dat inzicht geeft in de mate waarin 138 economieën internationale handel mogelijk maken, wordt – net als in voorgaande jaren – aangevoerd door Singapore en Hong Kong. Nederland wordt erin geroemd voor onder meer om z’n haven- en ICT-infrastructuur, en de kwaliteit, transparantie en efficiency van de douane en gerelateerde diensten. Op het onderdeel infrastructuur staat Nederland op de derde plaats en haveninfrastructuur zelfs op de eerste plaats.

Hoogleraar Henk Volberda , directeur van INSCOPE dat namens de WEF het onderzoek onder Nederlandse bedrijven uitvoert, noemt een goede fysieke en digitale infrastructuur ‘smeerolie om handel te drijven’ en het biedt ‘wederzijds versterkende effecten tussen fysieke en digitale infrastructuur om de concurrentiepositie van Nederland in de aantrekkende wereldeconomie verder te versterken’. Die sterke ICT-infrastructuur is overigens niet alleen voor de handel maar ook voor het samenwerking in de maakindustriële toeleverketens van groot belang, voegt Volberda er aan toe. Daarbij verwijst hij naar het concept Industrie 4.0 waar de industrie steeds meer op inzet en die moet resulteren in een industrie waarin alles via het internet of things met elkaar verbonden is om zo zeer flexibel op snel wisselende klantvraag te kunnen reageren.

Dat Nederland tot de wereldtop behoort op het gebied van fysieke én digitale infrastructuur en efficiënte douanediensten noemt Volberda ‘een krachtige combinatie’. ‘Producten en diensten kunnen dan sneller ontwikkeld, verkocht en gedistribueerd worden. Snel kunnen reageren, anticiperen en innoveren is een belangrijke onderscheidende factor voor bedrijven vandaag de dag. Een goede digitale infrastructuur kan de waarde van de fysieke infrastructuur ook versterken en visa versa. Denk hierbij aan producten die online gekocht worden en vervolgens fysiek snel gedistribueerd kunnen worden, of ICT-technieken die bijdragen aan het verbeteren van de benutting en veiligheid van wegen.’ 
Volberda vervolgt: ‘Het aanleggen en verbeteren van transport infrastructuur kost over het algemeen niet alleen veel tijd en geld, maar wordt ook bepaald door lokale omstandigheden. Zo profiteert Nederland van de ligging aan zee om in combinatie met meerdere rivieren en een vlak landschap goederen snel naar Duitsland en andere Europese landen te vervoeren.

De verwachting is dat ICT de komende jaren – wereldwijd - een meer prominente rol gaat spelen. Hoewel mobiele telefonie in de meeste delen van de wereld aanwezig is, is geavanceerde ICT-infrastructuur vooral in de ontwikkelde economieën te vinden’,  aldus Volberda.
Minder sterk is het complexe Nederlandse belastingsysteem. Ondanks dat de importbelastingen in Nederland tot de laagste ter wereld behoren (positie 5), wordt het Nederlandse belastingsysteem om te importeren als complex ervaren (positie 110) en zijn er veel verschillende importbelastingen waar een bedrijf mee te maken heeft (positie 109). Volgens Professor Volberda draagt de complexiteit en hoeveelheid van Nederlandse importbelastingen er aan bij dat bedrijven aanzienlijk veel tijd en geld kwijt zijn om producten en diensten te importeren in Nederland, wat het voordeel van de lage importbelastingen gedeeltelijk vermindert. 
Stevige dalers in de Enabling Trade Index zijn Denemarken en Zweden. ‘Deze twee landen stonden in 2010 en 2012 respectievelijk nog op de derde en vierde positie, maar zijn inmiddels gezakt naar respectieveljk de zeventiende en negende positie. Zo is het, in vergelijking met andere landen, door de Deense overheid voor in- en exporteurs in Denemarken lastiger geworden om hun werk uit te voeren, zijn de Deense markt en de voor Deense bedrijven buitenlandse markten lastiger te betreden en worden de douane en gerelateerde diensten als minder transparant en efficiënt gezien. Voor Zweden geldt eveneens dat het in vergelijking met andere landen door de overheid voor in- en exporteurs in Zweden lastiger geworden om hun werk uit te voeren, zijn de Zweedse markt en de voor Zweedse bedrijven buitenlandse markten lastiger te betreden.

LINK  Martin van Zaalen

Index